In tien jaar tijd was in het modebeeld niets meer te bespeuren van de wat decadente élégance van het begin de twintigste eeuw. De vereenvoudiging die in de oorlog noodzaak was geweest, groeide nu uit tot een nieuwe stijl waarin de nadruk werd gelegd op de bewegingsvrijheid.

De kleding van de vrouw was recht en sluik, met het accent op de heupen. De roklengte reikte aanvankelijk tot de enkel, na 1921 tot de kuit en werd na 1923 geleidelijk korter. De japon was meestal kraagloos met een V-hals, een ronde of een vierkante hals. Veel gedragen werd de deuxpièces, dat bestond uit een rechte of geplooide rok met een lange blouse over de rok. Verder: veel gebreide jumper.

De mantel: recht en lang. Meer mantelpakken, vaak gegarneerd met bont. Het Chanel-pakje (jumper, rok en kraagloos jasje van jersey in de leverkleur) werd snel populair.
Het haar: losjes opgestoken of strak weggekamd in een knotje op het hoofd. Er werd veelvuldig gebruik gemaakt van kammen en spelden van schildpad.
De hoed: grote platte hoed met garnering van bloemen of veren. Ook nog toques.
Accessoires: Kraag en mof van vossenbont, imitatiesieraden, bv. lange glazen of parelkettingen in combinatie met goudkleurige schakelkettingen, lange oorhangers. Veel strasgarneringen.
Schoenen: laag uitgesneden pumps met spitse neuzen en banden over de wreef.

De kleding van de man bestond uit een colbertkostuum met vest. Het vest meestal zonder revers. Broekspijpen met vouw en omslagen, tamelijk kort zodat de schoenen zichtbaar waren. Sportieve dracht was een wijde plusfour met een bijpassend jasje en wollen kniekousen.

  • De overjas: rechte overjas, zwart of grijs, gemaakt van wol. Na 1920 kwamen de regenjassen in de mode.
  • Het haar: kort en glad met een midden- of zijscheiding. De elegante man droeg een smalle snor zoals Douglas Fairbanks of Rudolf Valentino.
  • Accessoires: vlinderdasje met bijpassende pochet, dasspeld, manchetknopen, paraplu.
  • Schoenen: zwarte, bruine en tweekleurige molières.

De stoffen.

Dunne tweed en jersey voor pakjes, crêpe de chine, zijde en wol voor jurken.

De kleuren.

Grijs en beige a la Chanel, resedagroen, rozerood.

De dessins.

Veel randen op heuphoogte.